Land art - kunst en landschap in het zuidwesten van de VS

9 maart 2018
Auteurs:
Gerard Hendrix
HX, Terwolde
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2018
kunst
Kennis
FOTO: LIES HOLSTEIN
Robert Smithson, Spiral Jetty, Utah.

Kunst en landschap komen samen in landschapskunst, land art. Afgelopen jaar waren er fraaie landschapsmanifestaties in Noord-Groningen, de IJsselvallei en Münster. De bron van land art ligt in de jaren 1960-70, in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Geograaf en erfgoeddeskundige Gerard Hendrix ging op zoek.

 

Land art gaat altijd over een combinatie van kunst en landschap, of landschap en kunst. Bij landschapskunst zoals bij biënnales bestaat de kunst uit beelden, objecten en concepten die op het landschap reageren en die er soms op ingrijpen. Het is in ieder geval meer dan een beeld als een versiering van het landschap. Land art zoals je die in het zuidwesten van de Verenigde Staten kunt beleven, is van een andere orde. Daar gaat het over kunst die het (veranderde) landschap zélf is, en die blijft. Kunst op een dergelijke schaal is alleen te realiseren in eindeloos lege landschappen dáár en op vergelijkbare plekken elders in de wereld.

Spiraal

Het eerste land-art-object van onze reis door the Southwest, is de Spiral Jetty in het Salt Lake in Utah, gemaakt door Robert Smithson. De Spiral Jetty staat niet op de kaart en er is geen gps-verbinding ter plaatse. We bereiden de reis voor door het object op Google Earth op te zoeken en met screenshots van de route op een iPad de plek te vinden. Op cruciale punten staan er verwijsbordjes naar de Spiral Jetty. Bij andere objecten, zo zal ons later blijken, is dat niet het geval.

Robert Smithson, is een van de land-art-kunstenaars van de jaren 1960-1970. Extra roem kreeg hij doordat hij in 1973 met zijn vliegtuig crashte toen hij op zoek was naar de ideale plek voor de Amarillo Ramp, een spiraalvorm die hij creëerde in het Tecovas Lake in Texas. De Spiral Jetty bouwde hij bijna vijftig jaar geleden in het Salt Lake. Hij refereerde daarmee aan de vele jetties, pieren, die daar in het meer staken om olie, gewonnen uit teerputten, op te halen. Hij maakte een pier die eindigde in een spiraal; misschien als verwijzing naar de vortex die er midden in het Salt Lake zou zijn, of spiraalvormige petrogliefen die hij gezien had, of het landschap zelf dat als een spiraal om de plek ligt. De pier heeft lang onder water gelegen, maar vanwege de aanhoudende droogte in het zuidwesten ligt hij nu al jaren boven water. Zo’n 500 meter van de waterlijn van het steeds verder inkrimpende meer. Het geeft een onverwachte, roze waas en je kunt hem over een knisperende zoutvlakte bereiken. Daarna kun je nog honderden meters verder het water inlopen en drijf je in het zoute meer.

Bij ons bezoek op Labour Day zijn er een hoop dagjesmensen. Nu de pier droog blijft liggen, is de aantasting door al die bezoekers een probleem aan het worden. Wat doe je dan als beherende organisatie, de DIA Art Foundation? Ervoor waken dat het object niet vergaat of het juist laten verdwijnen, ook een aspect van land art?

Lichtspel

Helemaal alleen – en misschien zijn we die dag wel de enige bezoekers – zijn we bij het object dat we de volgende dag vinden, de Sun Tunnels (1976) van Nancy Holt. Zij legde aan de overzijde van het Salt Lake in de Great Basin Desert vier betonnen buizen van 2,5 meter doorsnee en 5 meter lengte neer. Ze liggen in een patroon. Op de beide zonnewendes schijnt de zon ’s morgens en ’s avonds precies door de twee, in elkaars verlengde liggende buizen heen. In de buizen zijn gaten geboord. De zon zorgt op speciale tijdstippen voor een eigen lichtspel met sterrenbeelden. Nancy Holt noemde de buizen locators: je kunt gericht kijken en ruis buitensluiten.

De buizen liggen in de vlakte bij het voormalige plaatsje Lucin. Dat was een van de plekken waar de stoomlocomotieven water konden innemen. Eens een bloeiende nederzetting, nu alleen nog herkenbaar aan een bord doorzeefd met kogels waarop de geschiedenis van de plek staat beschreven en het verzoek de plek te eerbiedigen, omdat trekvogels er hun gerief vinden. Niet dus.

Toen Nancy Holt er veertig jaar geleden de Sun Tunnels neerlegde, was de plek nog bewoond, maar de wegen zullen niet beter zijn geweest. Nu is het er stil en eenzaam. Op 50 kilometer dirt road komen we één tegenligger tegen.

Negatieve ruimte

Na twee dagen woestijn komen we bij het volgende object, Complex City, in de buurt van Hiko, Nevada. Michael Heizer begon met de bouw in 1972. Hij is een van de kunstenaars die nog steeds actief is in land art. Alleen weet niemand hoe. Ook wij niet, want we worden op 1 kilometer weggehouden van de plek waar Heizer al decennialang aan Complex City bouwt. Voorwereldlijke aarden heuvels, constructies, ondergronds, licht/open moeten in de verte liggen. Een streep tegen een donkere onweerslucht. De locatie ligt in het Basin and Range National Monument, speciaal aangewezen in 2015 om het kunstwerk te beschermen. Maar die aanwijzing schijnt wel onder druk te komen nu Trump het aantal en de oppervlakte van de nationale parken wil beperken.

Heizer is misschien wel de meest uitgesproken land-artkunstenaar van de groep vernieuwers van die tijd. Hij vervoerde forse rotsblokken naar een museale omgeving, zoals de Negative Megalith, de ‘ingebouwde rots’ in het Dia:Beacon. Dit museum aan de Hudson, even boven New York, is trouwens hét land-artmuseum, ingericht voor deze groep kunstenaars.

Een ander werk van Heizer is de Levitated Mass, een rotsblok van forse omvang dat een paar jaar geleden boven een sleuf in de grond is neergelegd. Als zweeft het boven de grond. Om het te ervaren loop je onder het rotsblok door. Het werk is te zien in het Los Angeles County Museum of Art.

FOTO: GERARD HENDRIX
Nancy Holt, Sun Tunnels, Utah.

Heizer bouwt niet alleen, maar graaft ook. Zijn meest indrukwekkende werk is Double Negative op 15 kilometer van Overton. Aan de rand van een bergplateau (mesa) bevindt zich een inham, een kloof. Aan beide zijden van die inham groef Heizer twee sleuven van 15 meter diep en 10 meter breed, alsof ze in elkaars verlengde liggen. Op Google Earth zijn ze als twee sneden in het landschap zichtbaar.

We bereiken het kunstwerk door ons op aanwijzing van het Museum of Contemporary Art (Moca) Los Angeles te melden bij het vliegveld van Overton. Maar omdat daar niemand is, besluiten we door te rijden. We hebben de iPad geladen met luchtfoto’s en zijn voorzien van water en benzine. Het valt allemaal mee. Na een halfuur al zijn we aan de rand van het plateau waar de sleuven zijn gemaakt. Ze zijn langzamerhand aan het afkalven, maar de immensheid van de ingreep is nog goed zichtbaar. Heizer in zijn element, op zoek naar de relatie tussen de negative space en de positive form.

FOTO: GERARD HENDRIX
Michael Heizer, Double Negative, Nevada.

Landschap

Daarna gaan we een week off-programme. Collateral damage op een kunstroute: we komen op plekken waar het landschap zelf al kunst is. Zabriskie Point, het Painter’s Pallette in Death Valley. En vooral de eindeloze vlaktes en woestijnen.

De ghost towns bestaan echt: nederzettingen die er waren vanwege de aanleg van de spoorweg, de exploitatie van de spoorlijn, ontstaan door het zoeken naar goud, zilver, borium en andere waardevolle delfstoffen.

Als de ader leeg is, de boom voorbij, wordt alles als het ware opgepakt en strijken de concessionairs, de neringdoenden, de hoeren en de bazen elders neer, leegte achterlatend. Soms staat er nog een restant of een plaquette, soms een museum of een nationaal monument. We komen er veel tegen.

Het is een landschap om ontzag voor te hebben. De woestijnen en vlaktes, de hitte en de droogte, de kloven en passen, de telkens andere vegetatie, telkens andere kleuren. Death Valley, Mohave Desert, Yoshua Tree park, de zoutvlaktes, Route 50 (de loneliest highway), de SR375 (de extraterrestrial highway). En in die ecologische woestijn liggen de man made wonderen: Las Vegas, de Hoover Dam, de aquifers van de Colorado River naar Los Angeles en naar de tuinbouwregio’s.

Pièce de resistance

Nadat we in Las Vegas nog het kunstwerk van Rondinone hebben gezien, Seven Magic Mountains, zeven torens, bijna totempalen, van in felle kleuren geschilderde rotsblokken, opgesteld in de woestijn, rijden we naar Flagstaff. Op dat traject pakken we een stukje van de legendarische R66. We komen meer liefhebbers van James Dean, Jack Kerouac, Dylan, Harley Davidson, oude trucks en pin-ups tegen dan normale passanten.

FOTO: LIES HOLSTEIN
Zabriskie Point in Death Valley, Californië: het pastelkleurige golvende duinlandschap is een staaltje natuurlijke land art.

Vanuit Flagstaff, de stad met het helderste licht en daarom uitgekozen door de kunstenaar, gaan we op zoek naar de Roden Crater. Niet via de route die Sandra Smallenburg in haar inspirerende gids Expeditie Land Art beschrijft, maar via een andere weg. Rijdend tussen de vulkanen komen we bij de mooiste van alle, de Roden Crater, van James Turrell. Ook hij is alweer zo’n veertig jaar bezig om van die vulkaan een plek te maken waar licht, kleur en ruimte beleefd kunnen worden. In de slapende vulkaan heeft hij kamers, gangen en lichtsluizen gebouwd die de bezoeker de lucht en het licht op een volstrekt unieke manier laten beleven.

Maar net als bij Heizers Complex City komen we niet dichter bij dan een kilometer of wat. No trespassing. We zien dus niets van al dat moois. Het lijkt er wel op dat het kunstwerk klaar begint te komen. Als we daar een uur langs de weg staan om van het landschap te genieten, komen er minstens drie vrachtwagens met stenen en andere bouwmaterialen langs op weg naar de vulkaan. Die mogen wel door!

Dit wordt Turrels pièce de résistance. We zijn de kunstenaar overigens al eerder op onze reis tegengekomen in het prestigieuze shopping centre Crystals (van Libeskind) in Las Vegas. Daar heeft Turrell een lichtspel gecreëerd: Shards of Colour, openingen hoog in de wand die telkens van kleur veranderen en waarvan je niet meer weet of het een gat in de muur is of een schildering. In het Massachuchetts Museum of Contemporary Art (MASS MoCA) in North Adams heeft Turrell een kamer ingericht zoals die straks misschien in de Roden Crater te beleven zal zijn: je wordt verdwaasd door kleur en ruimte, je wordt duizelig van de nietsigheid.

Beelden van het hemelgewelf, zogeheten sky spaces, zijn in Nederland te zien in Museum Voorlinden en in de openlucht in Kijkduin, tegenover uitspanning de Haagsche Beek. Ga het beleven.

FOTO: LIES HOLSTEIN
James Turrell, Roden Crater, Arizona

New Mexico

Het laatste object dat we willen bekijken, ligt in New Mexico. We komen er na een bezoek aan de Grand Canyon. Als je een ‘eenzame’ land-art-reis maakt, overleef je een bezoek aan dit wereldwonder, deze Unesco Heritage site, must-see-plek nauwelijks. Het is te druk en te veel. We gaan snel verder. Eerst naar de ‘land art van de oudheid’, Chaco Culture National Historic Park, en daarna naar Abuquiú en de Ghost Ranch, waar Geogia O’Keeffe de indrukwekkende landschappen van buttes, mesa’s en vooral kleuren schilderde.

Ten slotte bezoeken we Lightning Field, het kunstwerk van Walter De Maria in de vlakte op zo’n drie kwartier afstand van Quémado. Lightning Field is een terrein van 1 km bij 1 mijl (circa 1,6 km) waarop in een perfect grid 400 roestvrijstalen palen van elk ongeveer 6 meter hoog zijn neergezet. De precieze hoogte is afhankelijk van de oneffenheid van het terrein. De bovenkant van de palen vormen een denkbeeldig, absoluut plat vlak.

Ook dit gebied is afgeschermd en niet bereikbaar zonder toestemming. Die krijg je door je op 1 februari van het jaar om 12.00 uur MST (Mountain Standard Time, tijdzone waarin New Mexico zich bevindt) op te geven om het kunstwerk te bezoeken. Omdat er maar zes mensen per etmaal worden toegelaten, is de reservering in een paar minuten vol. Via de wachtlijst lukt het ons toch een plek te krijgen.

Op 24 september om 14.00 uur moeten we ons melden bij het kantoortje van de DIA Art Foundation, die de meeste land-artprojecten beheert, in Quémado. Met de andere bezoekers worden we afgezet bij de blokhut die bij het object ligt. De blokhut is basaal maar geheel toegerust voor een verblijf van 24 uur. Er is geen caretaker, maar alles is aanwezig. We mogen geen foto’s maken. Na 24 uur worden we weer opgehaald. In die 24 uur beleven we stilte, donkerte, leegte, een zonsondergang en zonsopkomst wanneer de palen rood, respectievelijk wit kleuren. Geen bliksem. Want dat is de raison d’être van de plek: onweers- en inslaggevoelig. Maar ook zonder onweer is het al bijzonder mooi. We beleven hoe het is om rond het blok met palen te lopen of erbinnen te blijven. Ook de afstand, de omgeving zijn telkens anders. We ervaren hoe koud een woestijnklimaat is, ’s morgens om 6 uur als de zon moet opkomen, en hoe snel de temperatuur korte tijd comfortabel is en snel onaangenaam wordt. En we maken studie van de vreemde vegetatie en zoeken naar steentjes en skeletjes.

FOTO: JOHN CLIETT. COURTESY DIA ART FOUNDATION, NEW YORK
Walter De Maria, The Lightning Field, New Mexico.

Schaal

Land art zoals je die in de Verenigde Staten kunt beleven, vraagt om enorme, lege landschappen. In Nederland kan zoiets alleen verkleind worden uitgevoerd en dat gebeurt dan ook. Zo maakte Robert Smithson in Emmen een (bijna onbekend) object, Broken Circle/Spiral Hill. Alleen in de Flevopolder slaagt men erin om land art van enige omvang en permanentie te realiseren. Zoals het Observatorium (1977) van Robert Morris bij Lelystad, en de Groene Kathedraal (1996) van Marinus Boezem bij Almere.

Ga die eerst zien en reis dan af naar de VS.

 

cambodja silent land
BEELD: © GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN, 2018 Marokko
Locatie van beschreven land-art-projecten.
Bron: naturalearthdata.com

Gerard Hendrix maakte de reis samen met geograaf en beeldend kunstenaar Lies Holstein.

 

MEER WETEN: