Oerend smart: De Achterhoek als slimme maakregio

15 juni 2018
Auteurs:
Gert-Jan Hospers
Stad en Regio en Radboud Universiteit
Dit artikel is verschenen in: geografie juni 2018
economie
Achterhoek
Kennis
FOTO: REGIO ACHTERHOEK
Van Raam uit Varsseveld is wereldmarktleider als het gaat om speciale rijwielen zoals driewiel-, rolstoel- en duofietsen. Daar komt veel handwerk en technische kennis bij kijken, maar ook zeer geavanceerde apparatuur, zoals een lasrobot en 3D-lasermachine.

Van Raam uit Varsseveld is wereldmarktleider als het gaat om speciale rijwielen zoals driewiel-, rolstoel- en duofietsen. Daar komt veel handwerk en technische kennis bij kijken, maar ook zeer geavanceerde apparatuur, zoals een lasrobot en 3D-lasermachine.

Zonder het te weten consumeren we dagelijks producten waaraan de Achterhoek heeft bijgedragen. Neem ons ontbijt: de witte bolletjes die we eten, zouden zomaar gebakken kunnen zijn op een productielijn die gemaakt is in Terborg (Kaak Groep). Grote kans dat de jus d’orange is verpakt in een 100% recyclebare petfles uit Lichtenvoorde (Morssinkhof Rymoplast), terwijl het touwtje van het zakje dat in ons theeglas hangt hoogstwaarschijnlijk uit Doetinchem komt (Touwfabriek Helmes-Wellink). Zo kunnen we gerust even doorgaan. Ook al is Nederland een diensteneconomie, buiten de Randstad wordt er veel geproduceerd. De Achterhoekse maakindustrie is springlevend. Een kennismaking met een wereld vol betrokkenheid, werk en innovatie.

Verborgen kampioenen

Bij het grote publiek zijn ondernemingen uit de Achterhoekse maakindustrie nauwelijks bekend. Tegelijkertijd behoren de bedrijven vaak tot de top in hun marktsegment. In navolging van de Duitse econoom Hermann Simon spreekt men wel van hidden champions. Meestal gaat het bij deze ‘verborgen kampioenen’ om familiebedrijven die werken vanuit een onopvallend gebouw op een industrieterrein aan de rand van een dorp of stad. Maar dat maakt hun klanten niets uit: ze waarderen de bedrijfsspecifieke knowhow, kwaliteit en innovatiekracht. In de rest van de wereld vind je nu eenmaal niet zo veel producenten van – om maar eens wat te noemen – mechanieken voor snaarinstrumenten (Gebr. van Gent uit Ulft), metaalgaas voor dierenverblijven (Wire Weaving uit Dinxperlo) en handmatige trek- en hijslieren (Gebuwin uit Winterswijk).

Relatief veel Achterhoekse maakbedrijven doen iets op het gebied van metaal. Maar er is ook flink wat productie in andere sectoren. Zo maakt Beele Engineering uit Aalten brandveiligheidssystemen voor cruiseschepen, Van Raam uit Varsseveld aangepaste fietsen en PB-International uit Zelhem legionellafilters. Hoe verschillend ook, de bedrijven hebben iets gemeen: een hoge specialisatiegraad en grote betrokkenheid van het personeel. Omdat de firma’s zich op een specifiek product of procedé hebben toegelegd, kennen ze maar weinig échte concurrenten. De bedrijfsleiding, waarin de oprichter vaak op de een of andere manier een rol speelt, heeft hart voor de zaak en weet dat commitment over te brengen op de medewerkers. Het verloop van het personeel is dan ook laag. De ondernemingen gaan niet voor snel gewin, maar richten zich liever op de lange termijn. Vaak hebben ze vaste klanten en afnemers, met wie ze nauwe contacten onderhouden.

Opvallend veel verborgen kampioenen uit de Achterhoek zijn gevestigd in het landelijk gebied. Dat komt vaak door historischgeografische factoren (zoals de regionale traditie in de ijzerindustrie en een link met de landbouw) gecombineerd met uitstekend vak- en ondernemerschap. Soms is het gewoon de woonplaats van de oprichter. Zo is Reiger Suspension in Hengelo begonnen als eenmansbedrijf van Gerard Seesing. In 1977 fabriceerde hij uit kapotte schokdempers van de autosloop een nieuwe demper voor zijn motor, waarmee hij meteen een crosswedstrijd won. Dankzij die vinding is Reiger Suspension ruim veertig jaar later wereldspeler in speciale schokdempers die worden gebruikt bij motorcrossraces en de fameuze Dakar Rally.

Smart industry

Wie aan de maakindustrie denkt, denkt bijna onwillekeurig aan rokende schoorstenen, stampende fabrieken en lopendebandwerk. Zeker in West-Europa strookt deze karikatuur al lang niet meer met de realiteit. In de maakindustrie voltrekt zich een fundamentele ontwikkeling die wordt aangeduid als ‘de vierde industriële revolutie’. Na stroomkracht, elektriciteit en automatisering is nu digitalisering de drijvende kracht achter de maakindustrie. De Duitsers noemen het Industrie 4.0, Nederlanders hebben het over smart industry. Bij maakbedrijven is de toepassing van digitale technologie intussen niet meer weg te denken. Apparaten die via het web met elkaar contact hebben (het internet der dingen), robots die componenten in elkaar zetten en 3D-printers die gereedschap op maat maken: in de industrie is digitaal het nieuwe normaal.

In de industrie is digitaal het nieuwe normaal

In Varsseveld zitten diverse bedrijven die vooroplopen in de smart industry. Neem VSMI, een firma die plaatstaal produceert. De poedercoatstraat wordt digitaal aangestuurd: robots brengen volgens klantspecificaties de gewenste beschermlaag op het staal aan. Slimme technologie is ook de succesfactor achter 247TailorSteel, een bedrijf dat razendsnel staal en buizen op maat kan snijden. Via het web kunnen klanten zonder tussenkomst van personeel 24 uur per dag en 7 dagen per week hun gepersonaliseerde bestelling doorgeven. In de fabriek nemen robots steeds meer taken over van de werknemers. Of zoals directeur Carel van Sorgen van 247TailorSteel het zijn personeel uitlegt: ‘Robotisering zal nooit jullie banen overnemen. Robots kunnen het mensonterende werk gaan doen’. Ook komen er nieuwe banen bij, zoals die van programmeur, monteur en andere beroepen waarvoor naast digitale vooral sociale vaardigheden vereist zijn. Slimme productie op de werkvloer vraagt namelijk om teamwork, aanpassingsvermogen en de wil om continu bij te leren.

Duurzame drinkbekers

Sinds de jaren 1950 maakt Mepal uit Lochem drinkbekers, brooddozen, beslagkommen en andere consumentenproducten van kunststof die we in menig Nederlands huishouden aantreffen. Duurzaamheid hoort bij het bedrijf. Het design van de producten is bewust ‘tijdloos’: niet alleen kan de koper er zo jaren mee vooruit, maar het geeft Mepal ook de mogelijkheid lang met dezelfde spuitgietmatrijzen te werken. Die mallen worden allemaal in Nederland gemaakt. Binnenlandse productie houdt niet alleen het aantal aanvoerlijnen beperkt, maar garandeert ook de gewenste kwaliteit. De assemblage vindt meestal plaats in sociale werkplaatsen binnen een straal van 50 kilometer van Lochem. Mepal repareert de consumentenproducten zelfs als het nodig mocht zijn. Of zoals ontwerper Johan Weernink het zegt: ‘Duurzaamheid? Dat is voor ons natuurlijk gedrag’.

Voor Achterhoekse maakbedrijven is het investeren in smart industry-oplossingen geen doel op zich. Daarvoor zijn de aanschafkosten van robots, 3D-printers en andere digitale technologie nog te hoog. Het moet een bedrijf wel wat opleveren: tijdsbesparing, kostenverlaging of verbetering van de kwaliteit. Slimme productie is interessant voor bedrijven die snel op vragen van de markt moeten reageren, wat voor steeds meer onderdelen van de maakindustrie geldt. Dankzij smart industry-toepassingen wordt mass customization (in massa geleverd maatwerk) mogelijk. In plaats van bulkproductie is er nu ruimte voor productie op maat. Bijkomend voordeel is dat een bedrijf geen grote voorraden hoeft aan te houden. Dat bespaart opslagruimte, afval en verspilling. Op deze wijze zorgt digitalisering tevens voor meer duurzaamheid in de industrie.

FOTO: HENK VAN RAAIJ/REGIO ACHTERHOEK
Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Oost Nederland (CIVON) en RCT Gelderland hebben een cobotpool opgezet waar maakbedrijven op een laagdrempelige manier experimenteren met collaboratieve robots voor zware of eentonige werkzaamheden. Om de zo veel weken verhuizen de cobots naar een ander bedrijf. Onderling wisselen de bedrijven kennis en ervaring uit. Leerlingen van het Graafschap College helpen bij de implementatie van de cobots.

Punten van zorg

Dat het de maakindustrie in de Achterhoek voor de wind gaat, betekent niet dat dit zo blijft. De bedrijven zijn in hun sector toonaangevend, maar in een snel veranderende wereldmarkt moeten ze constant op hun hoede zijn. Waar maken de verborgen kampioenen in de Achterhoekse maakindustrie zich zorgen over?

Manarm meubels maken

Smart industry biedt ook kansen voor een ambachtelijke bedrijfstak zoals de interieurbouw en meubelindustrie. Dat zien we bijvoorbeeld bij Stooff Interior Projects (Eibergen) en BSM Factory (Borculo). Beide Achterhoekse bedrijven hebben hun productie vergaand gedigitaliseerd. De reden: de markt vraagt niet alleen om snelheid en flexibiliteit, maar ook op maat gemaakte meubels en interieurs. Het productieproces is ‘manarm’ en wordt aangestuurd met intelligente 3D-tekeningen en geavanceerde automatisering. Stooff maakt bijvoorbeeld de balies voor de paspoortcontrole op Schiphol, terwijl BSM Factory zich van een traditionele meubelfabriek heeft ontwikkeld tot een specialist in 3D-gevormde massief houten onderdelen. Net zoals Stooff levert BSM Factory veel aan het buitenland, waaronder orgelkasten voor kerken in het Verre Oosten.

Het grootste zorgpunt is de groeiende behoefte in de regio aan gekwalificeerd technisch personeel. Maakbedrijven hebben continu meer werk dan mensen. Niet alleen kiezen nog te weinig jongeren voor techniek, de komende jaren gaan veel babyboomers met pensioen – en dat terwijl de orderportefeuilles toenemen. Er is met name vraag naar mensen met een technische hbo- en mbo-opleiding in de werktuigbouwkunde en elektrotechniek. Vooral techneuten met kennis op het snijvlak van beide vakken zijn erg gewild. Voor softwareontwikkelaars, procesengineers en storingsmonteurs liggen de banen voor het oprapen. Onder de naam SmartHub Achterhoek promoot de streek zich daarom als dé stage- en afstudeerregio van ons land. De boodschap: in de Achterhoek vind je makkelijk een geschikte stage en passende baan. Hightechbedrijf Nedap uit Groenlo is zelfs aanwezig bij de Zwarte Cross om nieuw personeel te werven.

Een ander punt van zorg is het niveau van het aanstormende talent. Als Achterhoekse bedrijven al in contact komen met jongeren met een technisch diploma, is er niet altijd een match met de gevraagde competenties. In de woorden van een ondernemer: ‘Dan blijkt opeens dat de jongeren les hebben gehad uit een boekje uit de jaren 90, terwijl de branche intussen helemaal veranderd is’. Sommige bedrijven reageren daarop met een interne opleiding, een bedrijfsschool nieuwe stijl. Neem de firma Beele Engineering, die in Aalten een heuse campus (Sealing Valley) heeft gebouwd, een expertisecentrum om talent, personeel en klanten de laatste inzichten op het gebied van brandveiligheidstechnologie bij te brengen. Andere firma’s zoeken het in samenwerking met onderwijsinstellingen, waaronder het Graafschap College in Doetinchem.

Verder hikken vooral kleinere Achterhoekse maakbedrijven aan tegen de inzet van smart industry in het productieproces. Ze weten dat ze op termijn niet om robots en 3D-printers heen kunnen. Maar wanneer moeten ze eraan beginnen? Welke gevolgen heeft de technologie voor de werkvloer? En hoe krijgen ze het personeel mee? Naast koudwatervrees vormen de hoge kosten voor digitale apparatuur een barrière. Op dit vlak zien we in de Achterhoek steeds meer samenwerking in de vorm van facility sharing (het delen van productiefaciliteiten) en de opzet van field labs. Een voorbeeld is de Smart Bending Factory in Varsseveld, een ‘proeffabriek’ waarin bedrijven en het regionale onderwijs samen de toekomst van de metaalbewerking verkennen.

Een gedeelde 3D-printer

De Kaak Groep in Terborg, wereldspeler in industriële bakkerijtechnologie, beschikt sinds 2016 over een geavanceerde 3D-printer. Deze wordt gebruikt om allerlei onderdelen te maken, zoals steuntjes voor luchtcilinders en stempels voor bakblikken. Interessant is dat het bedrijf de printer voor de helft van de productietijd verhuurt aan andere Gelderse ondernemingen. Dat doet Kaak niet alleen om de investeringskosten terug te verdienen, maar ook om samen te experimenteren en te leren. Onder meer de firma’s Bronkhorst High-Tech (meet- en regelsystemen), Goma (plaatwerk), Remeha (verwarmingsketels) en Van Raam (aangepaste fietsen) leasen de 3D-printer van de Kaak Groep. Ook het Graafschap College in Doetinchem, de Anton Tijdink Techniekschool in Winterswijk en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen maken er tegen betaling gebruik van.

Oerend smart

Verborgen kampioenen blijven het liefst verborgen, zodat ze in alle rust hun producten kunnen maken en wereldwijd aan de man kunnen brengen. Toch laten ze sinds kort meer van zich horen in hun gezamenlijke zoektocht naar gekwalificeerd personeel. In de Achterhoek zelf is dat personeel lang niet altijd te vinden onder invloed van vergrijzing, de trek van jongeren naar de Randstad en een mismatch op de arbeidsmarkt. En bij talent elders in het land staat werken in de Achterhoek niet hoog op het wensenlijstje. Het paradoxale van de maakbedrijven is echter dat ze volop kansen bieden voor globetrotters en zij die dat willen worden. Want de ondernemingen mogen dan regionaal geworteld zijn, dankzij hun knowhow, kwaliteit en innovatiekracht zijn ze nauw verbonden met de rest van de wereld. Met een knipoog naar Normaal noemen de Achterhoekers dat ‘oerend smart’.

Dit artikel is gebaseerd op het onderzoek De kracht van de Gelderse maakindustrie dat Gert-Jan Hospers in 2017 voor de provincie Gelderland uitvoerde.